Sponsors naar Museum Haarlem
Je neemt er altijd wat van mee
Nou, dat laatste is niet helemaal de bedoeling, want je mag niets meenemen uit dit museum, maar een foldertje mag wel. Museum Haarlem profileert zich als een kleinschalig stadsmuseum en bevindt zich in een van de meest pittoreske straatjes van Haarlem: het Groot Heiligland, tegenover het Frans Hals Museum.
Het thema van de huidige tentoonstelling is ‘Allemaal Haarlemmers’. Daarbij wordt het accent gelegd op datgene wat Haarlemmers zo grofweg in de afgelopen duizend jaar gedaan, tot stand gebracht en beleefd hebben.
In die beginperiode was de zee zo vriendelijk om geregeld tegen de kust aan te klotsen en daarbij zand aan te voeren om zich daarna discreet terug te trekken, waardoor er zogeheten strandwallen ontstonden. Wat de eerste bewoners in ’s hemelsnaam op die ene strandwal zochten weten we niet, maar feit is dat zij – even kort door de bocht - daar een ‘haralem’ vonden, wat zoveel betekent als een woonplek op een kleine zandrug. Volgens Wikipedia vestigden zich daarachter de eerste akkerbouwers. Het waren In elk geval geen badgasten.
In het kader van ‘niet zitten maar doen’ had de Sponsorcommissie van HFC onze sponsors uitgenodigd voor een bezoekje aan het museum, voorafgegaan door een korte stadswandeling onder de deskundige leiding van de gidsen Jan Vos van Marken, voormalig directeur van de Haarlemse Dreefschool, en onze eigen Hans Kluit. Wie van HFC en Rood en Wit kent hem niet?
Zo liep een groepje van een dertigtal belangstellenden in een uurtje door honderden jaren Haarlem, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat zij slechts een miniem stukje van al het moois dat Haarlem en zijn historie te bieden heeft, hadden gezien.
De wandeling door Haarlem ging grofweg om het rondje Groot Heiligland vanaf de prachtig bewaard gebleven oude ingang van het voormalig St. Elizabeths Gasthuis, onder de poort van het Proveniershuis door - daar waar de Gierstraat uitkomt op de Grote Houtstraat - en via de daarachter liggende tuin van het Proveniershof naar het Nieuwe Kerksplein met zijn oude kerk en later apart gebouwde toren.
Verder werd stilgestaan op de hoek van de Lange Raamstraat en de Doelstraat ten einde Hans Kluit de gelegenheid te geven om te verhalen over de geschiedenis van het ontstaan van de wereldberoemde Haarlemmer Olie. In 1672 ontwikkelde schoolmeester Claes Tilly een oliemengsel waar geneeskrachtige eigenschappen aan werden toegeschreven. De heilzame werking ‘tegen alle kwalen en kwaaltjes’ zou zo uitgebreid zijn, dat in de loop der jaren de term ‘Haarlemmer Olie’ zich overdrachtelijk ontwikkelde tot het synoniem voor ‘wondermiddel’.
In de Tuchthuisstraat besteedde Jan Vos van Marken uitgebreid aandacht aan het voormalige Werk- of Tuchthuis aldaar, waar vroeger ‘lastige’ mannen en vrouwen tewerkgesteld werden om hun leven te beteren. Zeer uiteenlopende criteria zoals moeilijk hanteerbaar, buitenechtelijke zwangerschappen, lichamelijke of geestelijke handicaps, zwakzinnigheid en dergelijke leverden een woon- en werkgemeenschap op met vogels van wel zeer diverse pluimage.
Ten slotte voerde de wandeling via de – vroeger beruchte en thans zeer gewilde - Vijfhoek aan de Breestraat naar de Botermarkt waar het Bruiningshofje, als kleinste hofje van Haarlem, is gevestigd. Daarna keerde het gezelschap via de Gedempte Oude Gracht terug naar het museum.
Veel te weinig om heel Haarlem te zien, maar genoeg om naar meer te verlangen. Want ‘the proof is in the eating’, zoals de Britten - althans sommige – zeggen. Zo’n kort rondje moet naar meer smaken. En dat deed het! Zeker toen bij terugkomst de koffie met koek en gebak klaar stond.
Hierna was er ruim tijd voor een rondgang door het museum zelf. Een tentoonstelling met van alles wat, zolang het maar van Haarlem is of door Haarlemmers gedaan is. Films met begeleidende tekst van onze eigen – weer eentje! – Erik van Muiswinkel, foto’s, maquettes, schilderijen, beelden, muziek, kleding, boeken en andere parafernalia. Al deze objecten bieden een completer beeld van hoe Haarlem en zijn bewoners al die tijd geleefd hebben - en vooral niet te vergeten - gepresteerd hebben.
Een opsomming ga ik niet geven. Daar moet je bij een bezoek zelf maar achter komen. Maar het is meer dan je denkt. Een aanrader is het zeker.
Maar één ding zal ik verklappen: de oprichting van HFC door Pim Mulier is een van de genoemde en uitgebeelde hoogtepunten uit Haarlems geschiedenis. Voor mij alleen al een reden om er naartoe te gaan. Maar ik ben dan ook partijdig.
Enne… oh ja. Annemiek Wiesenhaan is als activiteitencoördinator aan het museum verbonden. Zij is de echtgenote van Freek Wiesenhaan, de voorzitter van onze Sponsorcommissie. Toeval? Bestaat niet.
Kijk voor activiteiten, rondleidingen, toegangsprijzen en openingstijden op www.museumhaarlem.nl en ga! U zult niet teleurgesteld worden.
Bert Vermeer
Foto's: Robert van Koolbergen