Zeker niet bij de honderd fans die per dubbeldekker naar Friesland waren gereisd. Mannen, vrouwen, voetbalmeiden uit het team onder 19, tienerjochies, G-voetballers, jeugdtrainers, HFC-ouders en ereleden met spelden van verschillende edelmetalen. Kortom; een dwarsdoorsnede van de oudste voetbalclub van Nederland.
Prominent HFC-lid Waling Westra had de busreis georganiseerd. Omdat het een uitstekende regelneef is. Maar ook omdat het een geboren Fries is. Want dat is mooi meegenomen met een tegenstander uit de betreffende provincie. Dan doet een mondje ’Frysk’ het altijd goed. Het was hem al eens van pas gekomen in de eerste bekerronde tegen Harkemase Boys op het hoofdveld van gastheer Hillegom.

Toen de supporters van de Friese club er een zooitje van maakten door een berg confetti uit te storten op het veld, verzocht Waling in foutloos Fries of de heren zo vriendelijk wilden zijn de bende zelf even op te ruimen. Direct sprong een heel leger fans over de boarding en maakte de zaak schoon.
Met dezelfde charme vroeg Westra afgelopen week aan de politie van Leeuwarden of een politie-escorte voor de supportersbus tot de mogelijkheden behoorde. ’Geen probleem’, klonk het antwoord.

En dus meldden twee motoragenten zich rond zes uur in de avond ter hoogte van het dorp Dronrijp voor en achter de dubbeldekker en loodsten het ding dwars door het centrum van Leeuwarden naar het Cambuur stadion. Westra had de politie in alle eerlijkheid gemeld dat in de dubbeldekker van HFC weliswaar een vijftal hooligans meereisden, maar dat de heren 75 jaar en ouder waren. ’Geen probleem’, reageerde men opnieuw. Ook had hij de politie plechtig beloofd dat de supportersgroep uit Haarlem voor een gezellige sfeer in het stadion zou zorgen. „Het wordt per slot van rekening de laatste bekerwedstrijd voor Cambuur dit seizoen.”

Waling wist ook al hoe het scenario zich zou ontvouwen. „In de tweede minuut van de blessuretijd 0-1 door Robin Eindhoven. En dan uit naar Feyenoord.” Het liep anders. Maar op de gezichten van de HFC-supporters bleef de grijns tot diep in de nacht zichtbaar.

Bron: Haarlems Dagblad, Rob Spierenburg