Dennis van der Geest
Judoka Dennis van der Geest op sponsorborrel
Het mooiste is een tegenstander ter grootte van een volwassen mammoet plat op zijn rug te gooien
Op 30 maart 2012 was Haarlemmer Dennis van der Geest (getrouwd met Zaïna, twee zoontjes) te gast bij de Koninklijke HFC. Van der Geest werd tien keer op rij judokampioen van Nederland, twee keer Europees en één keer wereldkampioen. Bij de Olympische Spelen in Athene in 2004 behaalde hij een bronzen medaille. Hij is, naast een succesvol judoka, ook ondernemer. Hij treedt op in verschillende televisieprogramma’s, is dj bij feesten en partijen en houdt stimulerende lezingen voor het bedrijfsleven.
Na het openingswoord van Bob Witjas, voorzitter van de sponsorcommissie van HFC, waarin hij aandacht vroeg voor de geregeld verschijnende nieuwsbrief, het aanstaande golfuitje voor sponsors en de Ladies’ Night van 24 april aanstaande, heette Henk Uildriks de gast van deze avond welkom. Hij verhaalde dat Van der Geest in de wieg was gelegd om zwaargewicht judoka te worden. Met 9,5 kilo schoon aan de haak moet het voor moeder Van der Geest letterlijk een zware bevalling zijn geweest.
Dennis was liever goochelaar geworden. Na zijn schoolopleiding probeerde hij zich de Chinese tekens eigen te maken en vatte een commerciële studie op, maar het werd uiteindelijk judo dat zijn leven zou gaan bepalen. Thans treedt hij ook op als dj en laat daarmee, volgens Uildriks, Armin van Buuren en DJ Tiësto ver achter zich.
Dennis van der Geest vertelde dat zijn vader Cor eigenlijk machinist op de grote vaart had willen worden, maar dat deze al bij zijn eerste reis dermate zeeziek van boord werd gehaald dat er werk op de wal gezocht moest worden. Vader Cor vond een sportschooltje, ging les geven en ontpopte zich als trainer, coach en motivator van judotalenten en niet in het minst van zijn eigen zoons Dennis (1975) en Elco (1979).
De successen bij het judo kwamen Dennis niet aangewaaid, maar één blik op de uitgestalde prachtige bekers die de winnaars te wachten stonden was voldoende: “Wow! Dat wil ik ook!” Er volgden jaren van stapjes doen: kracht, massa, conditie, doorzetten, niet opgeven, opnieuw beginnen, teleurstellingen, overschatting, onderschatting. En elk leermoment was een stapje in de goede richting. Vol zelfvertrouwen de mat op tegen een Duitser die iets groter en iets breder was dan Dennis had gedacht. Binnen tien seconden lag hij op zijn rug. Dennis, dus.
Daarna volgde een Georgiër. Dennis van der Geest, opgegroeid in de keurige omgeving van hockeyend en ABN sprekend Bloemendaal, tegen een “uit de grond getrokken woesteling uit de Kaukasus met borsthaar ter grootte van het hele Bloemendaalse Bos”. Deze keer hield Dennis het elf seconden uit.
Vader Cor beurde hem op: “Als je geen wereldkampioen wordt, kun je altijd nog een goede scheidsrechter worden.” Dennis besloot nóg meer krachttraining te gaan doen. Hij vond zijn ideale krachttrainer in de persoon van Herman Debrot die hem voorhield: “Als we nou toch naar de Olympische Spelen gaan, laten we daar dan ook maar wat medailles gaan oprapen.” In 2000 in Sydney werd het een drama, waarop Dennis zijn vader liet weten dat hij ermee kapte. Maar Cor wist de gevoelige snaar te raken: “Doe het dan voor mij.” In 2004 in Athene werd het een bronzen medaille.
In 2005 in Caïro volgde het hoogtepunt toen hij wereldkampioen werd in de open klasse. Onder het oog van zijn eigen vader, die hem had grootgebracht, die hem de weg had gewezen, die hem had getraind en gecoacht en die hem telkens dit doel voor ogen had gehouden, gooide Dennis een grote gevaarlijke Rus plat op z’n rug. Na de beslissende ippon rende vader Cor weg en tot op heden weet niemand, hijzelf niet uitgezonderd, waar naartoe.
Toen de emoties waren weggeëbd kwamen vader en zoon tot de ontdekking dat de sporttas van Dennis was ontvreemd. Weg waren zijn sportspullen, zijn kleding, handdoeken, paspoort, deodorant. Wat niet al. Maar de drie mooiste zaken had hij nog: hij had zijn vader, zijn judopak en zijn gouden medaille…
Bert Vermeer