Herman Kuiphof
Redacteur, commentator, reporter en columnist. Reeds in 1925 zei zijn vader: “Ik onderhoud je niet eeuwig” en als kind zong hij voor bij Louis van Tulder als operette-zanger.
Herman Kuiphof, vader van 2 zoons en 1 dochter en opa van vele kleinkinderen, werd geboren op 27 oktober 1919 in een streng christelijk gezin in Franeker, waar pa kandidaat notaris was. Toen werd je nog niet zo gemakkelijk notaris als hedentendage.
Het gezin verhuisde naar Voorburg, waar Herman de Mulo en de Handelsdagschool doorliep, waarna hij M.O. geschiedenis studeerde.
In 1938 deed Herman Kuiphof zijn intrede in de journalistiek. Hij toonde zich een aartsschnabbelaar. Iedereen verwachtte dat hij de eerste journalist zou zijn die met zijn vak miljonair zou worden. Hij ging werken voor de Wereldkroniek, de Haagsche Post en de V.P.R.O. Toen was vrijzinnig voor Herman nog vrij zinnig.
Na de oorlog deed hij alleen nog sportjournalistiek. Via de Sportkroniek ging hij naar de Haagsche Courant en werd daarvan in 1961 chef sport.
Het waren de tijden van Barend Schilperoort, Bart in ‘t Hout, Rien Bal en Jan Cottaar. Herman had als eerste een auto, maar ook zonder tegenliggers vond men hem een gevaar op de weg. Die auto had hij overigens gespaard door een streng leven: geen drank en niet roken.
In 1961 ging Herman naar de N.T.S. Hij was de eerste journalist die voor de wedstrijd aan de spelers vroeg: “Hoe spreek ik jouw naam uit?” Op die wijze ontstond Tsjindval en Tsjuiphof. Herman Kuiphof haalde bij de N.O.S. zijn pensioen.
Van jongs af was hij een sportfreak en bloedfanaat. Tennissen doet hij nog steeds en is zeer gecharmeerd van “actieve” sporten als bridge en golf. Vooral over golfen kan hij uren uitwijden waarom je nooit aan die sport moet gaan doen.
Ook zijn literatuur wijdde hij geheel aan sport. Hij schreef boeken over de Europa Cups, over Herman Willemse, de lange afstandszwemmer, over het Wereld Kampioenschap Voetbal in 1978 en werkte
intensief mee aan het jubileumboek 100 jaar K.N.V.B.
Zijn voetballoopbaan bleef beperkt tot DEVJO (Door En Voor Jongeren Opgericht en wel in 1933). Kees Jansma mocht daar later zijn koffer dragen. Herman had een sterk linkerbeen en de bijnaam Pollie Pil.
Hij speelde 4e klasse. Eens werd hij erg kwaad omdat één van zijn voorzetten geen goal werd. De spits, zijn boezemvriend, was namelijk even buiten het veld gelopen om zijn kind uit de sloot te halen. Herman sloeg enkele maanden later het verjaardagsfeestje van de spits over.
Henk Uildriks