Coach Izabel maakt niet zómaar Tutti Frutti van de MO17-1
Daar was ik weer. Onder een stralende hemel parkeerde ik voor de tweede keer in twee weken bij het prachtig landelijk gelegen Sportpak De Vlotter van ADO ’20 in Heemskerk. De vorige keer won ons Eerste met 0-1 van de thuisclub. In de auto vroeg ik mij af: “zouden wij daar nu weer tevreden mee zijn?”.
De achterklep van de auto ging open en onze zes maanden oude pup Loekie sprong al vrolijk kwispelend en dartelend uit de auto. Zouden onze meiden van de MO17-1 speciaal voor haar op het zo het heerlijk ruikende koe-gras mogen spelen? Toen ik kwam aanlopen was de wedstrijd net door de scheidsrechter in gang gezet. Al snel zag ik dat zich voor de leidsman hetzelfde probleem voordeed, als twee weken geleden: de tenues lijken wel érg veel op elkaar.
Onze meiden hadden duidelijk minder moeite om de goede kleur te vinden, de eerste kans was voor Quinty en daarna Moxica schoot op de paal. En terwijl ik mijn eerste aantekeningen stond te maken en de opstelling probeerde te ontcijferen, was het al 0-2. Ik keek naar Taco en hij snapte hem al, hij zou het scoreverloop in de groepsapp zetten. Dan kon ik het voor mijn verslag thuis rustig terug lezen: corner Kyara afgerond door Kiki: 0-1. Kyara legt af op Aya die van ver inschiet: 0-2.
Toch even terug naar de opstelling. Nina en Mendel hadden afgelopen week schoolkamp gehad en zaten op de bank. Nouhayla, Jip en Isabelle waren geblesseerd of ziek. Vaste keepster Jillian stond in de goal; van links naar rechts centraal achterin Cato, Wende en Ayse; op het middenveld Dania, Moxica, Puck en Kyara en voorin Aya, Quinty en Kiki. U leest het goed: een echte 1-3-4-3 variant. Zeer aanvallend en tegen de meeste tegenstanders resulterend in een 1-op-1 situatie achterin. Trainer/coach Izabel is er fan van en vind dat ze er het spelersmateriaal voor heeft. Op de trainingen (drie keer anderhalf uur per week) wordt er ruim aandacht besteed aan de bedoeling en intenties van dit systeem.
Het is aan de meiden (én uw scribent) om het zich eigen te maken. Wat wordt er verwacht als ik op deze positie sta? Een korte amateuristische uitleg, van wat ik er van begrijp, Voor de drie centrale verdedigers staan de twee middelste middenvelders als een ‘dubbele 6’. Bij balverlies moeten zij de centrale verdedigers rugdekking geven en bij balbezit zijn zij het eerste tussenstation in de opbouw. Rust en overzicht houden zijn hun kernkwaliteiten. De buitenste middenvelders zijn eigenlijk de buitenspelers, bestrijken de hele flank en mogen acties maken. De buitenste voorhoedespeelsters zijn een soort ‘dubbele 10’ achter de spits. Zij zorgen voor diepgang en nemen het doel onder vuur met afstandsschoten. De diepe spits neemt bij balverlies het initiatief voor het druk zetten op de tegenstander en moet scherp zijn voor de goal in balbezit. Snapt u het nog? Anders verwijs ik u graag naar Izabel.
Terug naar de wedstrijd. De meiden van de Koninklijke HFC waren zwaar dominant. ADO ‘20 wist regelmatig niet meer wat ze met een veroverde bal moeten doen. Dan ging bal of over de zijlijn of blind naar voren. In een tijdsbestek van een kwartier liepen onze meiden uit naar 0-4. Maar Izabel bleef kritisch: “het is geen tenniswedstrijd, meer combineren!”. Wat zij bedoelde is dat de meiden niet té snel de diepte moesten zoeken, maar rustig de vrije vrouw op het middenveld zoeken en van daaruit naar voren combineren. Bovendien moeten de meiden al bedenken wat ze met de bal gaan doen, voordat ze hem ontvangen, dat kost ook minder kracht, aldus Izabel.
Na 25 minuten kwam Mendel in het veld voor de licht geblesseerde Kyara. Het maakte voor het spelbeeld niets uit. Niet vaak vertoond, met de rust stonden de dubbele cijfers al op het bord. De ene goal nog mooier dan de ander. Daarbij hadden zowel Aya, als Quinty en Kiki een hattrick op hun naam staan. De goal van Dania maakte de tien vol. De thuis gebleven ouders riepen in de groepsapp: “20-20-20”. Mijn persoonlijke hoogtepunt van de eerste helft was een juweel van een ‘buitenkantje rechts’ van Aya op Quinty.
In de rust bleven de meiden op het veld, in dit heerlijke weer. Izabel nam het tactiekbord ter hand en legde nog even uit wat er beter kan: de contra-pass van de ene naar de andere kant van het veld én het overnemen van elkaars positie. Persoonlijk zou ik daar nog aan toevoegen: het coachen van elkaar. Eén bijdehandje vroeg: en wat ging er goed?! Hahaha, met de sfeer zit het wel goed!
In de tweede helft komt Nina er in voor Cato. Kleine toelichting daarbij. De drie verdedigers waar Izabel vandaag mee startte, waren dezelfde als de vorige wedstrijd, maar ze stonden wel allemaal op een andere plek. Nina was vorig seizoen nog spits, staat nu veel op de ‘rechter 6’, maar nam nu dus de plek van Cato in, links centraal. Dania was gewend aan rechtsback en begon vandaag als linksbuiten. Moxica was van huis uit linksbuiten en eindigde de wedstrijd al rechter centrale verdediger. De beste voetballer aller tijden zei eens: “je moet er gewoon een soort Tutti Frutti van maken!”. Dat lukt Izabel in ieder geval aardig, maar er zit bij haar wel een gedachte achter: speelsters leren het systeem beter kennen als ze op meerdere posities hebben gestaan én ontwikkelen hun mindere punten beter door ze uit hun comfort zone te halen.
De tweede helft begon wat druistig. Veel doelpogingen werden te wild geschoten: Mendel op de lat, Dania op de keeper. Izabel riep: “meiden hou vol, stukje uithoudingsvermogen!”. Dan na een kwartier komt Moxica aan de bal. Vanuit haar (dan nog) nummer 6 positie begint ze aan een voor haar karakteristieke rush, die eindigt met een pass op Quinty: 0-11. In mum van tijd loopt de score via Aya, Quinty en weer Aya op naar 0-14. Dan komt een héél mooi moment. Izabel coacht: “terug op Jillian”. De verdedigers kijken bevreemd terug maar voeren het met de keepster fantastisch uit: het zorgt voor een prachtige aanval door het midden, waarbij de overtal op het middenveld wordt benut: Jillian-Puck-Ayse-Mendel: 0-15. Het slotakkoord (of akkoorden) is voor Puck. Eerst schiet ze een corner rechtstreeks achter de keepster en vijf minuten later slaat haar afstandsschot als een granaat in achter dezelfde vertwijfelende Heemskerkse, voor een 0-17 eindstand.
Direct na de wedstrijd liep ik met Loekie achter langs bij de tegenstander. De coach sprak zijn speelsters toe. Bij deze wil ik de coach én de speelsters van ADO ’20 een compliment maken. De coaching bleef positief, het napraatje was realistisch en de speelsters bleven elkaar oppeppen. Dat geef ik je te doen na zo’n doelpuntenregen. Op de terugweg ging de muziek uiteraard op standje ‘luid’. Na Roxy Dekker en voor mij minder bekende hedendaagse grootheden, reden we het HFC park op met “Bloed zweet en tranen”. Niet heel toepasselijk voor deze wedstrijd, maar laten we de lat hoog blijven leggen. Voor minder dan promotie naar de Hoofdklasse mogen deze meiden het niet doen. Dan kunnen ze kijken of 1-3-4-3 daar ook tot resultaat leidt.
Bob Klijn