Sponsorborrel Koninklijke HFC 30 september 2022

Blijdschap en verdriet
Een ouderwetse sponsorborrel, maar deze keer met twee gastsprekers. Voorzitter van de Sponsorcommissie Freek Wiesenhaan opent het bal met goed nieuws: de gemeente Haarlem heeft inmiddels de Omgevingsvergunning verleend voor de bouw van ons nieuwe clubhuis. Een belangrijke stap voorwaarts, maar er wachten ons nog enige te nemen hobbels. Het blijft spannend.

Rick Claus verzorgt de inleiding door de broers Michael (1960) en Edwin (1964) Struis voor te stellen. Beiden zijn Haarlemmers pur sang en hebben een actief verleden bij HFC Haarlem, de lokale professionele voetbalclub die helaas begin 2010 ter ziele is gegaan. Maar de lange historie van de club vanaf 1889 is bij beiden nog springlevend.

Onderwerp is het drama dat zich tijdens de Koude Oorlog-periode in het ijskoude Russische Loezjniki-stadion (toenmalige Lenin-stadion) voltrekt. ‘Haarlem’ is in het voetbalseizoen 1981/1982 op de vierde plaats in de Eredivisie geëindigd, wat recht geeft op deelname aan het Europese toernooi om de UEFA-Cup. In de eerste ronde wordt met veel moeite het Belgische AA Gent uitgeschakeld, waarna de uitwedstrijd tegen Spartak Moskou op 20 oktober 1982 op het programma staat.

Daar gaat het gruwelijk mis. Vlak voor het eindsignaal scoort Spartak op een keihard bevroren veld de 2-0, wat op de besneeuwde, spekgladde tribunes leidt tot een gedrang tussen juichende en vertrekkende supporters. De harde kern daarvan heeft zich al bezondigd aan het met ijsballen langdurig bestoken en treiteren van de veiligheidspolitie, die daarop de supporters met harde hand en traangas te lijf gaat, de hekken sluit en slechts één uitgang open laat.

De zwaar gecensureerde Russische pers bericht de volgende dag over ‘een incident’ en ‘enkele gewonden’. Het later gepubliceerde dodental wordt ‘officieel’ op 66 vastgesteld, maar in werkelijkheid vallen er in de paniek enkele honderden slachtoffers door glij- en valpartijen. De meesten van hen worden simpelweg doodgedrukt. De Haarlemse spelers en de enkele supporters merken via hun eigen uitgang niets van de ramp. Het duurt zeven jaar voordat de waarheid boven tafel komt.

In 2007, 25 jaar na dato, nemen Edwin en Michael Struis het initiatief voor een benefietwedstrijd tussen de voormalige teams van Haarlem en Spartak. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Het eerdere scharrige hotel Kosmos in Moskou is ook 25 jaar ouder en is daarvan niet beter geworden. KLM wil de groep niet vervoeren en de rivaliteit tussen de Russische legerploeg CSKA Moskou en Spartak over het gebruik van het stadion dreigt roet in het eten te gooien.

Uiteindelijk huurt Spartak het stadion, biedt de KLM-vestiging in Moskou uitkomst en wordt het Haarlem-team met steun van Koningin Beatrix met alle égards door de Nederlandse ambassade welkom geheten. De benefietwedstrijd eindigt in een vriendschappelijke 2-2.

Beide broers vertellen dit verhaal met een sobere ondertoon van respect en historisch besef. De tegenstelling tussen hoogte- en dieptepunt voor de Haarlemse voetbalclub kan niet groter zijn: Haarlem is trots op het bereiken van de top van het vaderlandse profvoetbal, maar huilt later om het zinloze verlies van zoveel mensenlevens.

Tegenwoordig staat er pal voor de ingang van het Loezjniki-stadion een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Het aantal doden is inmiddels officieel bijgesteld tot 340, maar het juiste aantal ligt vermoedelijk nog hoger. De waarheid zal wel nooit boven water komen.

Bert Vermeer
Foto's: Robert van Koolbergen

 

 

2021-2025 Overzicht