Peter Schoenmaker
Peter Schoenmaker te gast bij HFC
“Ik had heel HFC kunnen kopen!”
Gastspreker op de sponsorborrel van de Koninklijke HFC van 21 november 2014 was Peter Schoenmaker. Inleider Henk Uildriks typeerde hem als de man van twaalf ambachten en dertien successen, maar de spreker zelf dacht daar anders over. “Ik ga u vertellen wat ik allemaal fout heb gedaan in mijn leven”, aldus Schoenmaker, die zichzelf beschreef als een ondernemend mens met een creatieve geest. Daar had hij gelijk in, want het werd een avond met één lange grote glimlach.
De schoolopleiding was geen succes, of zoals Uildriks het uitdrukte: “Hij deed vijf jaar over drie jaar middelbare school en vond het toen tijd om wat te gaan doen.” Schoenmaker beaamde dat, maar desondanks waren zijn eerste stappen die van een wetenschapper. Zo bestudeerde hij als vierjarig jongetje het fenomeen “wind’ door urenlang in de tuin te gaan zitten en de bomen te observeren. Aldus kwam hij tot de conclusie dat als de bladeren niet bewogen, er dus ook geen wind was.
Zijn eerste echte baan was die van koekjesverkoper bij Verkade, maar tot zijn teleurstelling bleek zijn werkgever de meisjes van Verkade inmiddels door machines en lopende banden te hebben vervangen. Een veelbelovende carrière bij IBM eindigde abrupt toen Schoenmaker een kopieerapparaat probeerde te repareren door er gaten in te boren. Daarna zocht hij het in de IT-sector en werd vervolgens meubelontwerper. Hij kocht duizend aandelen van één dollar, deed die enige tijd later voor een prikkie van de hand, waarna de koers tot vijftig dollar per aandeel steeg.
Hij werd mede-eigenaar van een reclamebureau dat later door een grote concurrent werd overgenomen. Peter werd uitgekocht en hij en zijn vrouw Janneke besloten daarop van dat geld wat kleiner te gaan wonen. Dat was in een periode dat zijn zoon en dochter op een leeftijd waren gekomen om het ouderlijk huis te verlaten. Dat lukte niet helemaal, of eigenlijk helemaal niet, want Janneke kocht de bovenste twee etages van een grachtenpand in Haarlem, waarvan een voor Peter en zichzelf en een voor de kinderen.
Toen de bewoner van de begane grond zijn eigendom voor een vriendenprijs te koop aanbood, werden de Schoenmakertjes eigenaren van het hele pand, maar nu wel met twee lege kamers. Besloten werd het pand tot een piepklein hotelletje te verbouwen: één kamer voor vierhonderd en één kamer voor driehonderd euro per nacht. Inclusief drank. Dat dan weer wel. Zo werd Peter Schoenmaker hotelier, receptionist, kok, marketing manager, ober en directeur tegelijk.
Na enige tijd werd het pand verkocht en moesten de kinderen alsnog eigen woonruimte zoeken. Peter en Janneke droomden van een huisje in het buitenland en een flat in Nederland. Dat werd dus een kapitale vervallen boerderij in het zuidwesten van Frankrijk. De bedoeling was er een vakantiehuis voor familie en vrienden van te maken. Dat werd dus… een hotel.
Peter Schoenmaker is auteur van de verzameling hilarische korte verhalen “Je maakt wat mee als hotelier” en “De hotelier maakt weer wat mee”.
Foto's: Robert van Koolbergen