Volendam

De reis per openbaar vervoer naar het dorp aan de boorden van het IJsselmeer is eigenlijk niets vergeleken bij die andere uitwedstrijden zoals Hardenberg, Groesbeek of Veenendaal. Met een uur ben je op de plaats van bestemming. En een reis in het gezelschap van Paul, we zijn al 74 jaar bevriend, levert altijd leuke momenten op. Paul heeft de eigenschap om met iedereen makkelijk contact te maken en de aangesproken persoon direct voor zich in te nemen, waardoor meteen een leuke sfeer ontstaat. Zoals de mevrouw in de hal van Amsterdam CS waarmee we toevallig naast zaten toe we koffie dronken. “Vergeet uw tassen niet mee te nemen, dat zou zonde zijn van al die mooie cadeaus die u gekocht heeft.” De mevrouw lachte naar hem en zei dat ze het zeker niet zou vergeten en bedankte hem. Of de meneer in de Volendamse kantine met een opvallend uiterlijk. “Goh, wat heeft u een mooie snor, hoe krijgt u dat voor elkaar, dat is zeker heel veel werk iedere morgen”? De man lachte naar hem en was trots. Of de mevrouw in dezelfde kantine die ons het broodje bal adviseerde. “U heeft ze zeker zelf gemaakt”! Ze maakte lachend de broodjes klaar.

De opmerkelijkste ontmoeting voor de wedstrijd was die met de man die we alle twee aanzagen voor een Volendammer, maar uit Vijfhuizen bleek te komen en een fervent HFC supporter was. Hij bezocht alle thuiswedstrijden van onze club en ging eigenlijk nooit naar een uitwedstrijd, maar deze morgen had hij na het vissen, zonder iets te vangen,  besloten dat hij naar Volendam zou gaan. “Da’s altijd beter dan alleen thuiszitten” was zijn verklaring voor zijn niet alledaagse keuze. “Goh, Ruudje weet je nog die keer dat wij die grote vis vingen. Dat was wat hè”. “Oh, zijn jullie ook vissers” vroeg de man blij en haalde zijn telefoon erbij om ons twee foto’s van twee enorme vissen te laten zien die hij gevangen had. Na onze bewondering in ontvangst genomen te hebben vroeg Paul hem: “U gooit ze toch wel weer terug”?

“Ja, hoor behalve als het een snoekbaars is, die gaat de pan in”. En zo ging het maar door en toen moest de wedstrijd nog beginnen. Mijn dag was allang goed, ondanks de miezerige regen. Bert Vermeer en Pieter Kalbfleisch arriveerden ook. Bert had meer dan zestig jaar geleden hier voor het laatst gespeeld met de interregionale jeugd, deelde hij mee, de uitslag wist hij niet meer. Wij waren het er allemaal over eens dat het een mooi stadion(netje) was en dat het een genoegen moest zijn om hier te spelen. Was het dat voor onze jongens ook? Ik geloof het niet. Als ik naar de lichaamshouding van sommige spelers, trainers en begeleiders na afloop keek was de teleurstelling groot. Volendam had tegen het einde van de eerste helft al een speler met rood naar de kleedkamer zien vertrekken, maar wij wisten er niet van te profiteren. Wel kwamen wij door een fraaie aanval op een 1-0 voorsprong, maar Volendam bleef  gevaarlijk met hun uitvallen en kwamen defensief eigenlijk niet verder in de problemen tegen onze voorwaartsen. En als je dan de 2-0 niet scoort dan valt hij aan de andere kant, is een oude voetbalwijsheid die ook deze zaterdagmiddag opgeld deed.

Wij mochten met de voorzitter mee terugrijden naar Heemstede en vertoefden nog een wijle in de ontvangstruimte van Volendam, waar de bestuurders van beide clubs de wedstrijd nabespraken. Paul ontwikkelde nog een charmeoffensief naar de dames die met de schalen lekkers rondgingen. “Wat heeft u een mooie jurk aan, die staat u prachtig” of “U verwent ons wel met al dat lekkers”. De dames namen de complimenten met een verlegen glimlach in ontvangst.

Op de terugweg werden wij bijgepraat door de voorzitter over de stand van zaken met betrekking tot de nieuwbouw. Hij was vol enthousiasme en kon eigenlijk niet wachten op de start van de bouw, maar er moesten nog een paar kleine hobbels worden genomen. Iedereen die aan het project werkte kreeg een grote pluim van de voorzitter. Hij was bijzonder trots dat dat allemaal binnen de club en in harmonie door eigen leden voor elkaar werd gemaakt. De terugreis was in drie kwartier voltooid, Paul voor de deur thuis afgezet en ik bij het station om mijn fiets uit de stalling te halen. Ondanks een teleurstellend gelijkspel was het toch een dag die meer dan de moeite waard was geweest. Ik bleef alleen met de vraag zitten en ik moet het eens aan Gertjan vragen. ‘Wat is nu de juiste manier om tegen 10 man te spelen en succesvol te zijn’. Hij weet natuurlijk hoe dat moet!

Ruud Onstein

 

Zondag 1 Overzicht